(Dit is deel 3 van een serie over het kapitalisme, deel 1 en 2 vind je hier en hier. Aanvullingen/kritieken worden altijd op prijs gesteld.)
Zoals blijkt uit het eerste stuk in deze serie, is groei inherent aan het kapitalisme. Geld wordt immers geïnvesteerd om meer geld te verdienen, om vervolgens weer te investeren om er meer geld mee te verdienen. Natuurlijk komt het wel eens voor dat kapitalisten ‘op hun geld gaan zitten’, niet of minder (of ergens anders) investeren. Dat is dan ook gelijk een probleem, dat ‘de politiek’ moet oplossen door belastingen voor bedrijven te verlagen. En natuurlijk komt het wel eens voor dat de economie krimpt (dan is er paniek!!) of gelijk blijft (oh nee – stagnatie!). Zelfs als de groei bijvoorbeeld een procent is, dan klinkt het al snel: “economische groei valt tegen.” Kortom, het doel is meer, meer, meer. Het liefst veel meer, en daarbij ook een versnelling van het steeds-meer-worden. Hoe dan? Door steeds meer mensen steeds meer te laten consumeren binnen kapitalistische verhoudingen. Plaatselijke groei en verspreiding dus, met als enige doel groei en verspreiding. Waar kennen we dat nog meer van? Juist – kanker.
Waar we ons bij de eerste twee stukken richtten op ‘de sfeer van productie’, komen we nu aan bij ‘de sfeer van consumptie.’ Kapitalistische productieverhoudingen zorgen voor overproductie. Omdat er steeds meer geld verdiend moet worden om steeds meer geld te verdienen – omdat kapitaal geaccumuleerd moet worden – moeten er steeds meer goederen en diensten geproduceerd en geconsumeerd worden.
De consumentensamenleving zoals we die kennen is een relatief nieuw fenomeen, ook binnen het kapitalisme. Natuurlijk hebben mensen altijd diensten en producten geconsumeerd, in de één of andere vorm. Mensen hebben namelijk bepaalde behoeftes, van ‘objectief’ zeer noodzakelijk zoals eten en drinken tot zeer uiteenlopende ‘(inter)subjectieve’ behoeftes[12]. En zeker kan de mens ook door per toeval iets te proberen er achter komen iets te willen wat zij zich eerst niet bedacht had. En ook zeker, kan de mens een ander iets zien doen, ondergaan, consumeren (enzovoort) en dan tot de conclusie komen dat zij dat ook wil. Kapitalisten, echter, hebben op deze behoeften en de manier van hun verspreiding ingehaakt, en hen gemanipuleerd en verspreid voor hun eigen doeleinden (d.w.z. kapitaalaccumulatie).
Voor kapitaalaccumulatie is een steeds toenemende consumptie nodig. Dat is een probleem, aangezien behoeftes ook vervuld kunnen raken. Dit is wat er bedoeld wordt als men zegt dat de markt verzadigd raakt. Simpel gezegd: als je buik vol is, heb je geen honger. Om de kapitaalaccumulatie te laten voortduren is dus nodig dat er ‘nieuwe behoeftes’ worden gecreëerd. Een breed ervaren behoefte aan een smartphone, om maar wat te noemen, terwijl zo’n twintig jaar geleden het bij de meeste mensen nog niet eens was opgekomen dat zij de simpelste mobiele telefoon zouden willen hebben – laat staan nodig zouden hebben.
Wanneer we beter naar dit fenomeen kijken, gaat het echter niet om ‘nieuwe behoeftes.’ De behoefte tot communicatie met andere mensen, is een algemeen-menselijke behoefte. De kapitalist heeft deze behoefte alleen gemanipuleerd, zodanig dat het nu meer en meer noodzakelijk is om een smartphone te bezitten om op een ‘normale’ manier met andere mensen te kunnen communiceren, dingen af te kunnen spreken, etc. Als je helemaal geen mobiele telefoon hebt, wordt het al helemaal lastig. Zeker als je daarbij geen computer hebt. En dan zonder zelfs een vaste telefoon? Dat is al zo lang geleden dat de meeste mensen zich niet eens meer kunnen voorstellen hoe een sociaal leven zich zou kunnen afspelen! Dat voorbeeld wijst tegelijkertijd naar de toekomst, die van ons en zeker die van onze kinderen. Als we zo daar gaan lijkt een sociaal leven zonder smartphone hetzelfde lot toegedaan.
Voor alle duidelijkheid: dit is geen anti-technologisch verhaal, een verhaal tegen telecommunicatie an sich, enzovoort. Het is een anti-kapitalistisch verhaal. Want wat de kapitalisten hier hebben gedaan is het zetten van een prijs – die aan hen betaald moet worden – op de vervulling van de menselijke behoefte tot communicatie. Dit hebben zij gedaan door ons voor te stellen dat onze behoefte tot communicatie meer kan worden vervuld via een product: een telefoon, een mobiele telefoon, een smartphone. Een proces dat uiteindelijk tot de huidige situatie heeft geleid, dat onze behoefte tot communicatie niet meer (of althans nauwelijks of zeer moeilijk) kan worden vervuld zonder dat product.
Een soortgelijk proces kan je zien voor veel andere menselijke behoeften. De behoefte tot erkenning door anderen, een zekere vorm van sociale status, op zijn minst ‘gezien worden’ (en dan in een positief daglicht), is misschien wel de meest winstgevende gebleken: zij kan immers op zo’n beetje elk bezit van een product geplakt worden, zeker als je die op je lijf kan dragen of op elk moment kan laten zien. Of denk aan seksuele behoeften: lingerie[13], seksspeeltjes, porno. Daar tussenin het ‘aantrekkelijk gevonden willen worden’, waarop de hele cosmetische industrie is opgetuigd. Maar ook iets als ‘gezond zijn’, waarbij een premie wordt gezet op gezond (lijkend) voedsel. Of ‘bewust zijn’ van je eco-footprint of het soort vlees wat je koopt, terwijl je tegelijkertijd ook wordt aangezet tot minstens 1x per jaar het vliegtuig te nemen naar een ver land. Want je hebt de behoefte om te reizen, om ergens anders te zijn – helaas lijkt het reizen meer op getransporteerd worden (want het moet wel ‘efficiënt’ want er moet geld verdiend worden), en lijken veel van die ‘ergens anders’ verdacht veel op hier (want ook daar: kapitaalaccumulatie).
Voor alle duidelijkheid: dit is geen anti-technologisch verhaal, een verhaal tegen het vervullen van behoeften via producten an sich, enzovoort. Het is een anti-kapitalistisch verhaal: een verhaal tegen de manipulatie van onze behoeften ten behoeve van de kapitaalaccumulatie in de handen van de kapitalisten. Naast dat dit voor velen in zichzelf al een probleem zal zijn – een menselijke behoefte is blijkbaar ook niet gemanipuleerd worden, verregaand eigenrechtig of ‘autonoom’ te zijn[14] – ontstaat er ook een versmalling van onze horizon, van onze leefwereld en het ontstaan van een ‘expertise’ die ten koste gaat van andere capaciteiten. In het telefonie-voorbeeld: een sociaal leven zonder telefoon kunnen we ons niet voorstellen, het bestaat ook gewoon niet, en hoe we dat zouden moeten doen weten we al helemaal niet – maar we weten wel vanalles over smartphones.
Nog ernstiger is dat in het bewustzijn van mensen ‘de communicatie’ naar de achtergrond verdwijnt, en verplaatst wordt door (producten zoals) ‘de smartphone.’ Onze horizon versmalt: het concept ‘communicatie’ wordt plat geslagen tot het middel waardoor die communicatie plaatsvindt – ‘de smartphone.’ Onze leefwereld versmalt: de praktijk van ‘communicatie’ wordt plat geslagen tot ‘communicatie via de smartphone'[15]. We zijn experts geworden in snel een berichtje typen via whatsapp; op hetzelfde moment zitten wij voorovergebogen over de smartphone en hebben wij geen idee wat er om ons heen gebeurt.
Vervolgens voelen wij steeds minder behoefte om te communiceren met de mensen om je heen, en steeds meer om op je smartphone te kijken. Steeds minder de behoefte voor erkenning, steeds meer de behoefte om het nieuwe stoere/mooie/vernieuwende product te kopen. Steeds minder om de liefde te bedrijven of te neuken, steeds meer om nieuwe lingerie of ‘t nieuwste seksspeeltje uit te proberen en porno te kijken. Steeds minder om je goed te voelen, steeds meer om er goed er uit te zien. Steeds minder om gezond te zijn en ‘bewust’ te leven, steeds meer om gezond en ‘bewust’ te kopen. En uiteindelijk zetten we geen stappen meer om te (leren) communiceren met andere mensen; dingen te doen waarvan anderen positief onder de indruk zijn; zoveel mogelijk (een) ander(en) lief te hebben of van elkaar te genieten; goed om te gaan met onze lichamen en onze omgevingen; enzovoort.
Kapitalisme verkankert niet alleen onze wereld door verspreiding en groei met groei en verspreiding tot doel – het verkankert ook onszelf, want uiteindelijk stappen we alleen nog maar een winkel binnen[16].
[wordt vervolgd?]
[12] Het voert te ver om op deze laatste uitgebreid in te gaan. Maar het is wel een belangrijk punt: de mens – als mens zijnde, sociaal groepsdier ergens tussen een kudde gnoes of een roedel wolven, dat nog kan praten ook – heeft meer nodig, en wil zeker meer dan alleen dat wat haar in leven houdt. Een kampvuur, een groep mensen er om heen, het (kunnen) vertellen van (al dan niet overgeleverde) verhalen, daarbij misschien een masker of een middel om geluid te maken harder of anders dan wat je met je lichaam kan (later: instrumenten), en in ieder geval vanaf een jaar of 10.000 geleden wat gefermenteerd fruit of vreemde paddestoelen (o.i.d.) om het helemaal een goed feest te maken – dat alles is zeker menselijk en behoort net zo goed tot haar behoeften als drinkwater.
[13] Iedereen die ooit lingerie heeft gekocht weet het: als er érgens een absurditeit zit in wat je daadwerkelijk koopt (het heeft letterlijk weinig om het lijf..) en hoeveel je er voor betaalt, is het daar wel. Het is een mooie, verdere onderbouwing van het punt dat hier wordt gemaakt: waar je voor betaalt, de behoefte waaraan je uitdrukking geeft en die je najaagt in het kopen van lingerie, is natuurlijk niet de behoefte voor lingerie an sich. Het is een seksuele behoefte die door kapitalisten is gemanipuleerd om je zoveel mogelijk geld afhandig te maken.
[14] Zie daar, overigens, het ideaalbeeld van het auto-bezit in de gemiddelde autoreclame. En hoe tegenstrijdig dit is met de alledaagse aspecten van het autorijden: op weinig plekken ben je meer gecontroleerd dan op de weg in een auto, of moet je je aan zoveel regels houden – zeker in Nederland. Op soortgelijke wijze – ja, het wordt wat vermoeiend – dit is geen verhaal tegen verkeersregels…
[15] Een lerares vertelde mij ooit over de doodse stilte die er in haar klaslokaal was ontstaan door de smartphone. Ze verlangde terug naar rumoerige, vroegere tijden. Toen er nog orde gehouden moest worden. Nu was er orde, maar dat was dan ook alles wat er was.
[16] Naast werken natuurlijk… Nog een laatste noot: mocht je uit dit artikel de conclusie trekken dat het tijd is voor een nieuw soort ascetisme, een afzwering van (bepaalde) verlangens en behoeftes omdat die zijn gemanipuleerd door het kapitalisme – eh, rot op. De bevrijding van verlangens en behoeftes moet een centraal onderdeel blijven of worden (afhankelijk van je situatie) van ons project. Dat veronderstelt alleen wel een begrip van de manipulatie er van door het kapitalisme. De daaropvolgende stap is niet het onderdrukken van de door het kapitalisme gemanipuleerde behoeften/verlangens (onderdrukking van behoeftes/verlangen lijkt sowieso niet goed te werken), maar juist het omarmen daarvan als breder dan (maar dus ook inclusief) de ‘kapitalistische perversies’ van onze behoeften. Dit volgt uit de acceptatie van het feit dat het kapitalisme geen nieuwe behoeftes creëert, maar alleen bestaande behoeftes manipuleert. Concreter: de communicatie-behoefte is breder dan alleen ‘het smartphone’-aspect waartoe het meer en meer wordt beperkt. Het begin van een bevrijding van de communicatie-behoefte is dan natuurlijk niet het weggooien van je smartphone. Sterker nog, dat is nou juist het aspect waar je communicatie-behoefte (waarschijnlijk) het meest is ontwikkeld, tot uiting komt, en vervuld wordt. Het weggooien van je smartphone zou die behoefte alleen maar nog meer onderdrukken, nog minder vervullen: je sluit een belangrijk kanaal af dat je communicatie-behoefte wél heeft! Dat veel van die situaties waarin je communicatie-behoefte wordt vervuld buiten je smartphone ook nog eens worden georganiseerd via je smartphone onderstreept dit. Het begin van de oplossing – op dit gebied – is dan ook het ontwikkelen en vervullen van je communicatie-behoefte buiten de smartphone desnoods met behulp van de smartphone. Met het bewustzijn, uiteraard, dat het middel vaak het doel neigt te vervangen. En daarbij de overweging of dit nou het punt is waarop – voor jou – het kapitalisme het best aangevallen kan worden/je jezelf het best kan bevrijden (immers kan je niet alles tegelijkertijd doen, dus moet je prioriteiten stellen).